BOXMEER - Een aantal opmerkelijke archeologische vondsten zijn gedaan bij de aanleg van de waterbergingskelders op het parkeerterrein bij de Hoogstraat in Boxmeer.
Door Twan Dohmen
In september werden door amateurarcheoloog Dick Reijnen uit Boxmeer de resten gevonden van een bijzondere waterput. “Deze worden niet vaak gevonden, zo’n vondst is echt zeldzaam.”
Plaggen gras en heide
Op de bodem van deze put lagen de restanten van een rondvormig wagenwiel. Van dit wiel werden de spaken weggehaald. Het overgebleven wiel werd gebruikt als basis en fundering voor de bouw van de put. In een tijd dat stenen nog een luxegoed waren, gebeurde de bouw van de put door het opstapelen van plaggen die uit heide of gras bestonden. Op deze manier kon het regenwater in de put worden opgevangen en vast worden gehouden om te gebruiken op het land, bijvoorbeeld tijdens een droge periode.
Kolenboer Hendriks
Deze plaggenput lag op het vroegere erf van de boerderij van kolenboer Willy Hendriks aan de Kreupelstraat. “Bij grondwerkzaamheden worden vaker waterputten aangetroffen”, zegt Reijnen. “Water was tenslotte de eerste levensbehoefte van de mens. Vaak werd vroeger in de middeleeuwen met een wichelroede gezocht naar wateraders. Op die plekken werd dan een put geslagen.”
Wat gekraak
“Ik stond bij de omheining te kijken toen ik wat gekraak hoorde onder de bak van de graafmachine”, vertelt de archeoloog. “Ik ben het terrein op gegaan om het verder te onderzoeken. Na een tijd graven vond ik twee dikke ronde stukken hout, waartussen water opborrelde, wat een verwijzing is voor een waterput. De restanten heb ik kunnen redden.”
Onderin de put lag een aardenwerken kruik met aan de binnenkant glazuur. De kruik is volgens schatting zo’n 400 jaar oud.
Naar museum
Reijnen vond enkele jaren geleden al een waterput van veel oudere datum. Deze put onder de bodem van huizen tegenover de Petrusbasiliek is rond 700 gebouwd, in de Merovingische tijd. De basis van deze put bestond uit uitgeholde eikenbomen.
De overblijfselen van het wagenwiel en de andere houten onderdelen worden geconserveerd. Ze krijgen een plekje in het gemeentelijk museum in de kelder van het voormalige kasteel, nu verpleeghuis en zorgcentrum Sint Anna.