BOXMEER - Regelmatig zie je ze in het straatbeeld verschijnen, boa’s, buitengewoon opsporingsambtenaren. Ze lopen door de winkelstraat, verschijnen op evenementen of rijden op hun fiets, scooter of in hun auto door de kerkdorpen. Maar, wat zijn hun taken? Schrijven zij echt alleen maar bonnen uit, zoals wordt gezegd? DeBoK ging op pad met Roland, boa van de gemeente Boxmeer.
Door Wanda Laarakkers
Op de afgesproken tijd komt er een boom van een man de wachtruimte van het Boxmeerse gemeentehuis ingelopen. Hij draagt een blauw uniform met vest, waarop in grote letters ‘handhaving’ gedrukt staat. Het is Roland, de boa met wie ik vandaag op pad ga. Roland heeft een oortje in, een portofoon en telefoon bij zich.
Nieuwsgierig als ik ben, vuur ik direct de eerste vraag op hem af. “Draag je geen wapen of handboeien?” “Met een bepaalde lichaamshouding en stem kun je veel bereiken. 85 % van mijn werk bestaat namelijk uit communiceren,” legt hij me uit.
Serieus
We lopen naar de werkplek van de drie boa’s. Er staan computers en een rek met uniformjassen. Collega Toine loopt binnen, hij bereidt zich voor samen met collega Stan om op een melding af te gaan. Een hond zou overlast veroorzaken. “Meldingen, denk bijvoorbeeld aan overlast van buren, hondenpoep, afval of vuurwerk, komen bij ons binnen via de website of telefoon,” legt Roland uit. “Iedere melding nemen we serieus. Als onze werkdag om 7.30uur begint bekijken we wat spoed nodig heeft, wat kan wachten, en hoe we de dag indelen.”
Terwijl Roland zich regelmatig excuseert om zijn portofoon te beantwoorden, vraag ik hem hoe hij als boa bij de gemeente Boxmeer terecht is gekomen. “Van werk in de horeca, transport naar gevangenis ben ik als boa gaan werken. Het werken met mensen is iets wat me enorm aanspreekt, ik zou niets anders meer willen. Naast de dagdiensten worden we op vrijdagavond en bij evenementen in het weekend ingezet. Ik werk hier sinds 2018 en heb me nog geen dag verveeld.”
Afwisselend
Roland nodigt me uit mee de straat op te gaan, dat laat ik me geen twee keer zeggen. Als we het gemeentehuis verlaten vraag ik wat er zo leuk is om juist in Boxmeer te werken. “Het werk hier is afwisselend, ondanks dat ieder zijn specifieke taken heeft. Ik ben bijvoorbeeld de evenementen-boa, en bekommer me over het parkeren in het centrum. In Boxmeer kunnen we mensen-boa’s zijn, geen bonnen-boa’s.”
Wat Roland bedoelt met mensen-boa’s is me snel duidelijk als ik met hem door het winkelcentrum loop. Regelmatig wordt hij aangesproken. “Mag ik hier mijn vrachtwagen neerzetten om te lossen?” en “Volgens mij staat daar een gestolen fiets!” Terwijl hij mensen netjes te woord staat, lijkt Roland ogen in zijn achterhoofd te hebben. Hij wijst me op een auto die illegaal geparkeerd staat op een invalideplek en een dame die zich fietsend door het winkelend publiek manoeuvreert. “Deze vrouw moet ik helaas staande houden.” Terwijl hij haar gegevens noteert, wordt op een duidelijke, doch vriendelijke toon vertelt wat de reden van de staande houding is. Wanneer we verder lopen zegt hij: “Mijn werk is mijn grote hobby, ik doe het met plezier, maar een bekeuring uitschrijven is natuurlijk nooit leuk.”
Bromsnor
Ik vraag Roland naar zijn takenpakket. “Ze zeggen wel eens; boa’s zijn mensen die geen politieagenten konden worden. Maar we zijn goed opgeleid en worden elke vijf jaar getoetst. We gaan bijvoorbeeld niet af op drugsdelicten of huiselijk geweld, maar hebben hier zeker een signalerende functie in. We houden toezicht op lokale orde en veiligheid.”
Terwijl Roland als de ouderwetse veldagent Bromsnor tevreden door het winkelcentrum loopt, vertelt hij over de minder leuke kanten van zijn vak. “Ik ben eens slachtoffer geweest van mishandeling, maar gelukkig komt dat niet vaak voor. Met een bepaalde lichaamshouding en stem kun je veel bereiken. Vervelende momenten bespreken we met collega’s en gaan niet mee naar huis.”
Wanneer we terug bij het gemeentehuis komen ben ik een positieve ervaring rijker. Ik zag een stralende boa die er was voor de mensen. Hij is de ogen en oren van de gemeente en staat er voor de mensen. Roland sluit onze ontmoeting af met: “Spreek ons gerust aan, we zijn er voor alle mensen in gemeente Boxmeer!”
Foto: John Hoffman