SINT ANTHONIS - Met het doel boeren een levensvatbaar bedrijf te bieden werd enkele jaren geleden gekeken hoe de agrarische sector verbetert kon worden. Dit had tot gevolg; opschaling, er werd meer en meer gekozen voor gewassen die goed opbrachten en het doorvoeren van ruilverkaveling.
Door Wanda Laarakkers
Hierdoor, en het niet goed kunnen beheren van de vos en zwarte kraai, kwamen bodembroeders als fazanten, patrijzen en de kievit zelden tot niet meer voor in ons landschap. Vanuit deze constatering is het initiatief ontstaan Agrarisch natuur- en landschapsbeheer te ontwikkelen en stimuleren.
Toon Weerts (63) vertelt over dit nuttige, maar ook mooie initiatief. Samen met zijn gezin woont hij op de Peelkant in Sint Anthonis. Toon, natuurliefhebber in hart en nieren, raakte via zijn broer bekend met Agrarisch natuur- en landschapsbeheer. ANLb is een samenwerkingsvorm tussen provincies, waterschappen, natuurbeherende instanties en de landbouw. Afhankelijk van de streek wordt geprobeerd middels het inzaaien en beheer van de gronden een stukje landschap terug te brengen waarin vogels en dieren een beter leefklimaat wordt geboden.
Twee percelen achter zijn woning, samen drie hectare groot, heeft Toon ingezaaid volgens de richtlijnen. “Voorheen groeide er bieten, mais en andere landbouwgewassen op de grond, nu bloemen, kruiden en grassen. We hebben ervoor gekozen op beide percelen een patrijzenrand aan te leggen. Deze bestaat uit een drie meter brede zwarte, braakliggende grond; een patrijs moet kunnen rollen in het zand. Vervolgens een rand van negen meter met patrijzen mengsel, voor voedselaanbod en dekking.”
“In deze rand tref je bijvoorbeeld tarwe, gerst, boekweit, vlas, phacelia, gele ganzenbloem en incarnaatklaver. Met name om zelf te kunnen genieten van de bloemenpracht in de verschillende jaargetijden voegde ik hier nog de kleurrijke korenbloem, klaproos, witte margriet, gele ganzenbloem, kamille en bolderik toe. Het eerst wat ik doe ‘s morgens is uit het raam kijken hoe het land erbij ligt. Ook nu ik thuis werk is het heerlijk om even naar achter over het veld te lopen.”
Naast de patrijzenstrook is een strook van zes meter ingezaaid met laagblijvende grassen, zoals rood zwenkgras en veldbeemdgras bedoel voor lage dekking met name voor kuikens van bodembroeders. In het midden bleef nog een stuk grond over, niet rendabel om nog mais of bieten te zaaien. Daar heeft Toon bloemenrijk grasland ingezaaid, nog een vorm van agrarisch natuurbeheer, waaraan een mengsel van bloemen en kruiden is toegevoegd.
“Ik krijg hier wel een vergoeding voor, maar rijk word ik er niet van. Er moet aan veel voorwaarden voldaan worden, het gras mag bijvoorbeeld pas na 1 juli gemaaid, alleen op het bloemenrijk grasland mag vaste mest aangebracht en onkruidbestrijding mag alleen beperkt worden toegepast. Hierop wordt ook gecontroleerd. Maar het is gewoon geweldig om te zien hoeveel insecten en dieren het hier naar de zin hebben. Soms lijkt het alsof alle mussen uit de buurt hier zitten. Bij mooi weer hoor je het gezoem van alle bijen en hommels. Er zitten veel muizen en ik heb reeën- en vossensporen gezien. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer is zichtbaar zinvol. Ik geniet hier echt van.”
Foto: Wanda Laarakkers