OEFFELT - Bij de Leemknèjers brengt prins Mathijs d’n urste leven in de brouwerij. Onder het motto ‘Gut ut nie zoals ge dacht dèt ut zoj gaon, vat er dan nog mar enne, want op één been kunde nie staon!’ zal hij met de nodige zelfspot over zijn handicap zorgen dat carnaval 2020 als een onvergetelijke de boeken in gaat.
Door Wanda Laarakkers
Toen Mathijs van Gelder (24) gebeld werd door een onbekend nummer met de vraag; ben je alleen? Zag hij de bui al hangen.
“Toen kwam de vraag of ik prins van de Leemknèjers wil worden. Ik hoefde daar niet over na te denken. Mijn antwoord was natuurlijk JA! Ik zet mijn beste beentje voor!” zegt Mathijs
lachend.
Met wat zelfspot
Aan zelfspot heeft deze prins geen gebrek. Dertien jaar geleden verloor hij door een ongeval een been. Dit belemmert hem niet te werken in het loonbedrijf van zijn oom en vader, Gebroeders van Gelder, te skiën, en zeker niet om carnaval te vieren. “Mijn lijfspreuk was snel gevonden: ‘Gut ut nie zoals ge dacht dèt ut zoj gaon, vat er dan nog mar enne, want op één been kunde nie staon!’ Sommigen vinden het lastig mensen in een rolstoel te benaderen. Ik denk dat dit met wat zelfspot gemakkelijker wordt maak.”
Mathijs werd als prins van Oeffelt hartelijk ontvangen. “Toen ik voor de dag kwam als prins van de Leemknèjers op het prinsenbal stond iedereen te schreeuwen. Ik dacht, ze zijn het er in ieder
geval mee eens.”
Gelijk is gelijk
Aan zijn zijde staan adjudant Wessel en hofdame Debbie. Het eerste uittreden van prins Mathijs en zijn gevolg ging naar Utrecht, naar een bijeenkomst van ‘Gelijk is gelijk’. “Omdat ze gelezen hadden dat ik prins was ondanks mijn beperking, wilden ze dat we kwamen.”
In Oeffelt is het de gewoonte dat de prins voor zijn eigen receptie wordt opgehaald met een bijzonder voertuig. “Ik had al een beetje verwacht dat dit iets met een tractor zou zijn,” vertelt Mathijs.
Tractors voor de deur
Wat er gebeurde op 5 januari overtrof echter al zijn verwachtingen. “Mijn adjudant Wessel had samen met Leon Peters collega-loonbedrijven en boeren benaderd, of zij naar Oeffelt wilden komen om mij naar de Kleppenburg te begeleiden. Die zondag stonden er 63 tractors voor de deur.”
“Op zo’n moment denk je niet veel. Ik zei alleen steeds, hartstikke moi! Achteraf denk je; wow, die mensen hebben allemaal de moeite genomen om dit speciaal voor mij te doen.”
Prins Mathijs: “De Oeffeltse carnavalsvereniging is een gestructureerde club, waar alles goed geregeld is, dat zie ik nu van dichtbij. Wat mij betreft mag carnaval beginnen, we zijn er klaar voor in Oeffelt! Maak er maar gezellige dagen van, niet te moeilijk doen, we zien wel.”
Foto: Bart Coenen